Lakota cultuur

Het leven op de Grote Vlaktes, die zich uitstrekken van Saskatchewan in het noorden tot Texas in het zuiden, was zwaar. Noemenswaardige bergketens heb je daar niet en dus ben je overgeleverd aan de grillen van de natuur. In de winter kunnen er sneeuwstormen over het land razen zonder door enige weerstand te worden afgeremd en zijn temperaturen van min 30 graden en kouder niet ongewoon. In de zomermaanden daarentegen wordt het gebied regelmatig getroffen door genadeloze hittegolven, vergezeld van zandstormen, hevige onweersbuien en zelfs tornado’s.

 De Lakota-indianen

De Lakota-indianen waren typische vertegenwoordigers van de cultuur van de Plains. In het begin van de 19e eeuw leefden de indianen in grote cirkelvormige kampen met tipi’s die waren bedekt met buffelhuiden. Zij leidden een nomadisch bestaan en wanneer ze hun kamp verplaatsten, vervoerden ze al hun bezittingen op door paarden getrokken travois. Hun levensonderhoud was volledig afhankelijk van de bizonjacht. Het vlees, het orgaanvlees en het beenmerg van de dieren werden gebruikt als voedsel en de huid werd gebruikt voor het maken van kleding en schoeisel en voor het bedekken van de tipi’s. Met de scheurvaste pezen werd genaaid en werden bogen gespannen, terwijl de hoorns van de bizons als sieraad op het hoofd werden gedragen. Zelfs gedroogde bizonmest diende in de boomloze vlakten als brandstof en werd zorgvuldig verzameld.

De Lakota-mannen waren in de zomer gekleed in een lederen lendendoek en mocassins. In de winter droegen ze leren hemden, leggings en bontjassen. De vrouwen droegen een losse bontjurk en de buffelkalveren leverden de kleding voor de kinderen. Het bewerken van de buffelhuiden en het maken van de kleding en de tipi’s was hoofdzakelijk het werk van de vrouwen. Omdat het voor een vrouw te veel werk was om een tipi in haar eentje te naaien, nodigde ze enkele andere vrouwen van de stam uit op de thee. Wie de uitnodiging accepteerde, werd verondersteld mee te helpen om de tipi te naaien.